NL: masseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gemasseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik masseer jij masseert hij masseert wij masseren jullie masseren zij masseren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gemasseerd jij hebt gemasseerd hij heeft gemasseerd wij hebben gemasseerd jullie hebben gemasseerd zij hebben gemasseerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik masseerde jij masseerde hij masseerde wij masseerden jullie masseerden zij masseerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gemasseerd jij had gemasseerd hij had gemasseerd wij hadden gemasseerd jullie hadden gemasseerd zij hadden gemasseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal masseren jij zult masseren hij zal masseren wij zullen masseren jullie zullen masseren zij zullen masseren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gemasseerd hebben jij zult gemasseerd hebben hij zal gemasseerd hebben wij zullen gemasseerd hebben jullie zullen gemasseerd hebben zij zullen gemasseerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou masseren jij zou masseren hij zou masseren wij zouden masseren jullie zouden masseren zij zouden masseren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gemasseerd hebben jij zou gemasseerd hebben hij zou gemasseerd hebben wij zouden gemasseerd hebben jullie zouden gemasseerd hebben zij zouden gemasseerd hebben
|
Gebiedende wijs |
masseer
|
Aanvoegende wijs |
massere |