Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: markeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gemarkeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik markeer
jij markeert
hij markeert
wij markeren
jullie markeren
zij markeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gemarkeerd
jij hebt gemarkeerd
hij heeft gemarkeerd
wij hebben gemarkeerd
jullie hebben gemarkeerd
zij hebben gemarkeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik markeerde
jij markeerde
hij markeerde
wij markeerden
jullie markeerden
zij markeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gemarkeerd
jij had gemarkeerd
hij had gemarkeerd
wij hadden gemarkeerd
jullie hadden gemarkeerd
zij hadden gemarkeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal markeren
jij zult markeren
hij zal markeren
wij zullen markeren
jullie zullen markeren
zij zullen markeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gemarkeerd hebben
jij zult gemarkeerd hebben
hij zal gemarkeerd hebben
wij zullen gemarkeerd hebben
jullie zullen gemarkeerd hebben
zij zullen gemarkeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou markeren
jij zou markeren
hij zou markeren
wij zouden markeren
jullie zouden markeren
zij zouden markeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gemarkeerd hebben
jij zou gemarkeerd hebben
hij zou gemarkeerd hebben
wij zouden gemarkeerd hebben
jullie zouden gemarkeerd hebben
zij zouden gemarkeerd hebben

Gebiedende wijs
markeer

Aanvoegende wijs
markere

Voorbeelden

  1. Markeer je plaatsen.
    Mark your stations!
  2. Markeer de route.
    Mark the trail on your way.
  3. Markeer die telefoontjes.
    Mark the calls for me.
  4. Markeer de coördinaten.
    Mark the coordinates.
  5. Markeer die auto.
    You got a mark on that car?
  6. Markeer je grondgebied.
    Stake your territory.
  7. Markeer deze, Kolonel.
    Flag this one, Colonel.
  8. Markeer hem als gezocht.
    Put an alert on him.
  9. Markeer je baan, meisjes.
    Let 's go! Mark your lanes, girls.
  10. Markeer dat maar niet.
    Don 't mark that.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden