Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: mangelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gemangeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik mangel
jij mangelt
hij mangelt
wij mangelen
jullie mangelen
zij mangelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gemangeld
jij hebt gemangeld
hij heeft gemangeld
wij hebben gemangeld
jullie hebben gemangeld
zij hebben gemangeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik mangelde
jij mangelde
hij mangelde
wij mangelden
jullie mangelden
zij mangelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gemangeld
jij had gemangeld
hij had gemangeld
wij hadden gemangeld
jullie hadden gemangeld
zij hadden gemangeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal mangelen
jij zult mangelen
hij zal mangelen
wij zullen mangelen
jullie zullen mangelen
zij zullen mangelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gemangeld hebben
jij zult gemangeld hebben
hij zal gemangeld hebben
wij zullen gemangeld hebben
jullie zullen gemangeld hebben
zij zullen gemangeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou mangelen
jij zou mangelen
hij zou mangelen
wij zouden mangelen
jullie zouden mangelen
zij zouden mangelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gemangeld hebben
jij zou gemangeld hebben
hij zou gemangeld hebben
wij zouden gemangeld hebben
jullie zouden gemangeld hebben
zij zouden gemangeld hebben

Gebiedende wijs
mangel

Aanvoegende wijs
mangele

Voorbeelden

  1. Dit meisje ging door de mangel.
    This girl has been through the wringer.
  2. Alsof ze door de mangel zijn gehaald.
    They look like they been through the wringer.
  3. Je lijkt wel door de mangel gehaald.
    You look like you got in a train wreck.
  4. Haal je de ober even door de mangel?
    Want to yell at the waiter and make a scene?
  5. Hij is in twee steden door de mangel gegaan...
    He 's been through the wringer in two cities...
  6. Je neemt het over van Agnes op de mangel.
    You 'll take over from Agnes on the mangle.
  7. Ziet eruit alsof je door de mangel bent gehaald.
    Look like you 've been through it.
  8. Ik ben door de mangel gehaald, maar ik ben
    I went through the wringer, but I never
  9. Het spijt me dat ik je door de mangel gehaald heb.
    I 'm sorry that I put you through the wringer.
  10. Niemand wil haar door de mangel halen, ik al helemaal niet.
    No one wants to put her through the ringer, especially me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden