NL: mailmergen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gemailmerged
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik mailmerge jij mailmerget hij mailmerget wij mailmergen jullie mailmergen zij mailmergen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gemailmerged jij hebt gemailmerged hij heeft gemailmerged wij hebben gemailmerged jullie hebben gemailmerged zij hebben gemailmerged
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik mailmergede jij mailmergede hij mailmergede wij mailmergeden jullie mailmergeden zij mailmergeden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gemailmerged jij had gemailmerged hij had gemailmerged wij hadden gemailmerged jullie hadden gemailmerged zij hadden gemailmerged
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal mailmergen jij zult mailmergen hij zal mailmergen wij zullen mailmergen jullie zullen mailmergen zij zullen mailmergen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gemailmerged hebben jij zult gemailmerged hebben hij zal gemailmerged hebben wij zullen gemailmerged hebben jullie zullen gemailmerged hebben zij zullen gemailmerged hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou mailmergen jij zou mailmergen hij zou mailmergen wij zouden mailmergen jullie zouden mailmergen zij zouden mailmergen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gemailmerged hebben jij zou gemailmerged hebben hij zou gemailmerged hebben wij zouden gemailmerged hebben jullie zouden gemailmerged hebben zij zouden gemailmerged hebben
|
| Gebiedende wijs |
mailmerge
|
| Aanvoegende wijs |
| mailmerge |