Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: loven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geloofd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik loof
jij looft
hij looft
wij loven
jullie loven
zij loven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geloofd
jij hebt geloofd
hij heeft geloofd
wij hebben geloofd
jullie hebben geloofd
zij hebben geloofd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik loofde
jij loofde
hij loofde
wij loofden
jullie loofden
zij loofden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geloofd
jij had geloofd
hij had geloofd
wij hadden geloofd
jullie hadden geloofd
zij hadden geloofd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal loven
jij zult loven
hij zal loven
wij zullen loven
jullie zullen loven
zij zullen loven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geloofd hebben
jij zult geloofd hebben
hij zal geloofd hebben
wij zullen geloofd hebben
jullie zullen geloofd hebben
zij zullen geloofd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou loven
jij zou loven
hij zou loven
wij zouden loven
jullie zouden loven
zij zouden loven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geloofd hebben
jij zou geloofd hebben
hij zou geloofd hebben
wij zouden geloofd hebben
jullie zouden geloofd hebben
zij zouden geloofd hebben

Gebiedende wijs
loof

Aanvoegende wijs
love

Voorbeelden

  1. Loof de Heer, ja.
    Praise the Lord, yes.
  2. Loof en heil Satan.
    Praise hail Satan.
  3. # Oh, loof Hem, halleluia
    # O, praise Him, alleluia
  4. Ik loof een beloning uit.
    I 'll put up the reward myself.
  5. Wij allen, loof de Heer.
    We all are, praise Jesus.
  6. Pope Sweet Jesus, loof de heer.
    Hey, Pope Sweet Jesus and Lord Have Mercy.
  7. Loof de Heer en overhandig de ammunitie.
    Praise the Lord and pass the ammunition.
  8. Ik heb je eindelijk gevonden, loof de Heer!
    I finally found you, praise Jesus!
  9. Ik loof een beloning uit voor mijn gestolen eigendommen.
    I 'm offering a reward for my stolen property.
  10. Wie loof de beloning uit over de koffer, wie wil het?
    Who put out the reward on the case, who wants it?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden