Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: loskrijgen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
losgekregen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik krijg los
jij krijgt los
hij krijgt los
wij krijgen los
jullie krijgen los
zij krijgen los

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik loskrijg
dat jij loskrijgt
dat hij loskrijgt
dat wij loskrijgen
dat jullie loskrijgen
dat zij loskrijgen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb losgekregen
jij hebt losgekregen
hij heeft losgekregen
wij hebben losgekregen
jullie hebben losgekregen
zij hebben losgekregen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kreeg los
jij kreeg los
hij kreeg los
wij kregen los
jullie kregen los
zij kregen los

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik loskreeg
dat jij loskreeg
dat hij loskreeg
dat wij loskregen
dat jullie loskregen
dat zij loskregen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had losgekregen
jij had losgekregen
hij had losgekregen
wij hadden losgekregen
jullie hadden losgekregen
zij hadden losgekregen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal loskrijgen
jij zult loskrijgen
hij zal loskrijgen
wij zullen loskrijgen
jullie zullen loskrijgen
zij zullen loskrijgen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal losgekregen hebben
jij zult losgekregen hebben
hij zal losgekregen hebben
wij zullen losgekregen hebben
jullie zullen losgekregen hebben
zij zullen losgekregen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou loskrijgen
jij zou loskrijgen
hij zou loskrijgen
wij zouden loskrijgen
jullie zouden loskrijgen
zij zouden loskrijgen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou losgekregen hebben
jij zou losgekregen hebben
hij zou losgekregen hebben
wij zouden losgekregen hebben
jullie zouden losgekregen hebben
zij zouden losgekregen hebben

Gebiedende wijs
krijg los

Aanvoegende wijs
loskrijge

Voorbeelden

  1. Alles van' m loskrijgen.
    Sweat him for everything he 's got.
  2. Uit wie kan ik dat loskrijgen?
    Who can I pry that from?
  3. Ik kan niets van Finn loskrijgen.
    I can 't get anything from Finn.
  4. Een bekentenis loskrijgen, is één ding.
    Brenda, eliciting confessions is one thing.
  5. Ik wou zo meer over Yuri loskrijgen.
    Thought I might get something on Yuri.
  6. Je kan misschien een auto van hen loskrijgen.
    You could probably get a car out of them.
  7. Ik kon me zelf loskrijgen maar er is geen uitgang
    I managed to untie myself but there is no exit
  8. Ik zou het vergrendelingsmechanisme kunnen loskrijgen met een magnetische puls.
    I could disengage the locking mechanism with a magnetic pulse.
  9. Bauer denkt dat hij een bekentenis van Kingsley kan loskrijgen.
    Bauer believes he can get a confession from Kingsley.
  10. Of ze wilde info loskrijgen... en gebruikte ze seks als hulpmiddel.
    Or maybe there was some information that she wanted and she was using sex as a tool?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden