Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: losbarsten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
losgebarsten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik barst los
jij barst los
hij barst los
wij barsten los
jullie barsten los
zij barsten los

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik losbarst
dat jij losbarst
dat hij losbarst
dat wij losbarsten
dat jullie losbarsten
dat zij losbarsten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben losgebarsten
jij bent losgebarsten
hij is losgebarsten
wij zijn losgebarsten
jullie zijn losgebarsten
zij zijn losgebarsten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik barstte los
jij barstte los
hij barstte los
wij barstten los
jullie barstten los
zij barstten los

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik losbarstte
dat jij losbarstte
dat hij losbarstte
dat wij losbarstten
dat jullie losbarstten
dat zij losbarstten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was losgebarsten
jij was losgebarsten
hij was losgebarsten
wij waren losgebarsten
jullie waren losgebarsten
zij waren losgebarsten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal losbarsten
jij zult losbarsten
hij zal losbarsten
wij zullen losbarsten
jullie zullen losbarsten
zij zullen losbarsten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal losgebarsten zijn
jij zult losgebarsten zijn
hij zal losgebarsten zijn
wij zullen losgebarsten zijn
jullie zullen losgebarsten zijn
zij zullen losgebarsten zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou losbarsten
jij zou losbarsten
hij zou losbarsten
wij zouden losbarsten
jullie zouden losbarsten
zij zouden losbarsten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou losgebarsten zijn
jij zou losgebarsten zijn
hij zou losgebarsten zijn
wij zouden losgebarsten zijn
jullie zouden losgebarsten zijn
zij zouden losgebarsten zijn

Gebiedende wijs
barst los

Aanvoegende wijs
losbarste

Voorbeelden

  1. Barst los, maatje.
    Bombs away, buddy.
  2. het verleden, barst los in het heden.
    the past, erupting into the present.
  3. Laat het geweld maar losbarsten.
    Let the wild rumpus start.
  4. En de hel zal losbarsten.
    And there will be hell to pay.
  5. Laat het feest maar losbarsten.
    Let 's get this party started!
  6. Laat de hel hier losbarsten.
    Let 's get the hell out of here.
  7. Dit is een strijd die zal losbarsten.
    This is a battle waiting to happen.
  8. Geen zorgen De hel zal morgen niet losbarsten
    Worry not The inferno will not burn tomorrow
  9. Geen reden om hier de hel te laten losbarsten.
    No reason to come here and raise merry hell.
  10. Er kan ieder moment een helse storm losbarsten hier.
    A storm of hell 's comin' down on this place any second.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden