Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: loochenen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geloochend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik loochen
jij loochent
hij loochent
wij loochenen
jullie loochenen
zij loochenen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geloochend
jij hebt geloochend
hij heeft geloochend
wij hebben geloochend
jullie hebben geloochend
zij hebben geloochend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik loochende
jij loochende
hij loochende
wij loochenden
jullie loochenden
zij loochenden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geloochend
jij had geloochend
hij had geloochend
wij hadden geloochend
jullie hadden geloochend
zij hadden geloochend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal loochenen
jij zult loochenen
hij zal loochenen
wij zullen loochenen
jullie zullen loochenen
zij zullen loochenen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geloochend hebben
jij zult geloochend hebben
hij zal geloochend hebben
wij zullen geloochend hebben
jullie zullen geloochend hebben
zij zullen geloochend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou loochenen
jij zou loochenen
hij zou loochenen
wij zouden loochenen
jullie zouden loochenen
zij zouden loochenen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geloochend hebben
jij zou geloochend hebben
hij zou geloochend hebben
wij zouden geloochend hebben
jullie zouden geloochend hebben
zij zouden geloochend hebben

Gebiedende wijs
loochen

Aanvoegende wijs
loochene

Voorbeelden

  1. Genen laten zich niet loochenen.
    Genes are a compelling force.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden