Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: longeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gelongeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik longeer
jij longeert
hij longeert
wij longeren
jullie longeren
zij longeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gelongeerd
jij hebt gelongeerd
hij heeft gelongeerd
wij hebben gelongeerd
jullie hebben gelongeerd
zij hebben gelongeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik longeerde
jij longeerde
hij longeerde
wij longeerden
jullie longeerden
zij longeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gelongeerd
jij had gelongeerd
hij had gelongeerd
wij hadden gelongeerd
jullie hadden gelongeerd
zij hadden gelongeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal longeren
jij zult longeren
hij zal longeren
wij zullen longeren
jullie zullen longeren
zij zullen longeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gelongeerd hebben
jij zult gelongeerd hebben
hij zal gelongeerd hebben
wij zullen gelongeerd hebben
jullie zullen gelongeerd hebben
zij zullen gelongeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou longeren
jij zou longeren
hij zou longeren
wij zouden longeren
jullie zouden longeren
zij zouden longeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gelongeerd hebben
jij zou gelongeerd hebben
hij zou gelongeerd hebben
wij zouden gelongeerd hebben
jullie zouden gelongeerd hebben
zij zouden gelongeerd hebben

Gebiedende wijs
longeer

Aanvoegende wijs
longere

Voorbeelden

  1. Je longeren elke keer nu.
    You 're lunging every time now.
  2. Bellen blazen geeft dekking voor anderen te longeren in de staart van de zeehond.
    Blowing bubbles gives cover for others to lunge at the seal 's tail.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden