Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: loeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geloerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik loer
jij loert
hij loert
wij loeren
jullie loeren
zij loeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geloerd
jij hebt geloerd
hij heeft geloerd
wij hebben geloerd
jullie hebben geloerd
zij hebben geloerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik loerde
jij loerde
hij loerde
wij loerden
jullie loerden
zij loerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geloerd
jij had geloerd
hij had geloerd
wij hadden geloerd
jullie hadden geloerd
zij hadden geloerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal loeren
jij zult loeren
hij zal loeren
wij zullen loeren
jullie zullen loeren
zij zullen loeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geloerd hebben
jij zult geloerd hebben
hij zal geloerd hebben
wij zullen geloerd hebben
jullie zullen geloerd hebben
zij zullen geloerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou loeren
jij zou loeren
hij zou loeren
wij zouden loeren
jullie zouden loeren
zij zouden loeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geloerd hebben
jij zou geloerd hebben
hij zou geloerd hebben
wij zouden geloerd hebben
jullie zouden geloerd hebben
zij zouden geloerd hebben

Gebiedende wijs
loer

Aanvoegende wijs
loere

Voorbeelden

  1. Een loer draaien?
    Frame you? Excuse me.
  2. Eeuwig op de loer.
    The kind that lay in wait.
  3. Waar loer je naar?
    What are you ogling at?
  4. Jouw vader' n loer draaien?
    Set your father up?
  5. Draait iemand ons een loer?
    Is someone screwing with us?
  6. Roddelbladen liggen op de loer.
    Tabloids are gagging for you.
  7. Ze lagen op de loer.
    They laid in wait.
  8. Liggen ergens op de loer.
    ... lurking somewhere.
  9. De aandeelhouders liggen op de loer.
    I have shareholders snapping at my heels.
  10. Wie wil jou een loer draaien?
    Who might want to frame you?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden