Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: loensen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geloenst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik loens
jij loenst
hij loenst
wij loensen
jullie loensen
zij loensen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geloenst
jij hebt geloenst
hij heeft geloenst
wij hebben geloenst
jullie hebben geloenst
zij hebben geloenst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik loenste
jij loenste
hij loenste
wij loensten
jullie loensten
zij loensten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geloenst
jij had geloenst
hij had geloenst
wij hadden geloenst
jullie hadden geloenst
zij hadden geloenst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal loensen
jij zult loensen
hij zal loensen
wij zullen loensen
jullie zullen loensen
zij zullen loensen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geloenst hebben
jij zult geloenst hebben
hij zal geloenst hebben
wij zullen geloenst hebben
jullie zullen geloenst hebben
zij zullen geloenst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou loensen
jij zou loensen
hij zou loensen
wij zouden loensen
jullie zouden loensen
zij zouden loensen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geloenst hebben
jij zou geloenst hebben
hij zou geloenst hebben
wij zouden geloenst hebben
jullie zouden geloenst hebben
zij zouden geloenst hebben

Gebiedende wijs
loens

Aanvoegende wijs
loense

Voorbeelden

  1. Sorry, mijn derde oog is een beetje loens.
    Sorry, my third eye is a little unfocused.
  2. Er zijn lui die loensen zonder te loensen.
    Some people squint without really having a squint.
  3. U bent loensen een oog alsof je het nemen van doel met een pistool.
    You 're squinting one eye as if you 're taking aim with a gun.
  4. Toen zag ik hem loensen naar andere vrouwen toen hij meedeed aan het touwtrekken.
    Then I saw him making eyes at some other women when he was pulling in the tug-of-war.
  5. Wanneer Liam zijn adem gaat inhouden en begint te loensen, zet hem dan hier op.
    When Liam starts holding his breath and squinting, put him on this.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden