NL: lockpicken U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gelockpickt
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik lockpick jij lockpickt hij lockpickt wij lockpicken jullie lockpicken zij lockpicken
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gelockpickt jij hebt gelockpickt hij heeft gelockpickt wij hebben gelockpickt jullie hebben gelockpickt zij hebben gelockpickt
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik lockpickte jij lockpickte hij lockpickte wij lockpickten jullie lockpickten zij lockpickten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gelockpickt jij had gelockpickt hij had gelockpickt wij hadden gelockpickt jullie hadden gelockpickt zij hadden gelockpickt
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal lockpicken jij zult lockpicken hij zal lockpicken wij zullen lockpicken jullie zullen lockpicken zij zullen lockpicken
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gelockpickt hebben jij zult gelockpickt hebben hij zal gelockpickt hebben wij zullen gelockpickt hebben jullie zullen gelockpickt hebben zij zullen gelockpickt hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou lockpicken jij zou lockpicken hij zou lockpicken wij zouden lockpicken jullie zouden lockpicken zij zouden lockpicken
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gelockpickt hebben jij zou gelockpickt hebben hij zou gelockpickt hebben wij zouden gelockpickt hebben jullie zouden gelockpickt hebben zij zouden gelockpickt hebben
|
Gebiedende wijs |
lockpick
|
Aanvoegende wijs |
lockpicke |