Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: liefhebben

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
liefgehad

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik heb lief
jij hebt lief
hij heeft lief
wij hebben lief
jullie hebben lief
zij hebben lief

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik liefheb
dat jij liefhebt
dat hij liefheeft
dat wij liefhebben
dat jullie liefhebben
dat zij liefhebben

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb liefgehad
jij hebt liefgehad
hij heeft liefgehad
wij hebben liefgehad
jullie hebben liefgehad
zij hebben liefgehad

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik had lief
jij had lief
hij had lief
wij hadden lief
jullie hadden lief
zij hadden lief

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik liefhad
dat jij liefhad
dat hij liefhad
dat wij liefhadden
dat jullie liefhadden
dat zij liefhadden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had liefgehad
jij had liefgehad
hij had liefgehad
wij hadden liefgehad
jullie hadden liefgehad
zij hadden liefgehad

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal liefhebben
jij zult liefhebben
hij zal liefhebben
wij zullen liefhebben
jullie zullen liefhebben
zij zullen liefhebben

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal liefgehad hebben
jij zult liefgehad hebben
hij zal liefgehad hebben
wij zullen liefgehad hebben
jullie zullen liefgehad hebben
zij zullen liefgehad hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou liefhebben
jij zou liefhebben
hij zou liefhebben
wij zouden liefhebben
jullie zouden liefhebben
zij zouden liefhebben

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou liefgehad hebben
jij zou liefgehad hebben
hij zou liefgehad hebben
wij zouden liefgehad hebben
jullie zouden liefgehad hebben
zij zouden liefgehad hebben

Gebiedende wijs
heb lief

Aanvoegende wijs
liefhebbe

Voorbeelden

  1. Heb lief en vergeef.
    Love and forgive.
  2. Heb lief en doe wat je wilt.
    Love and do what you like.
  3. Ik heb lief en word geliefd... en niets wat jij...
    I love and I am loved and nothing that you...
  4. Liefhebben, Misjenka!
    We must love, Mishenka.
  5. Ik zal u bij de hand Leiden naar een beter land want ik heb lief.
    I will take you by the hand Lead you to a better land For I love.
  6. We gaan liefhebben.
    We 're gonna make love.
  7. Hem liefhebben, schat.
    You will cherish him, my child.
  8. En mij liefhebben?
    How can you love me?
  9. Zorgen, liefhebben, vergeven...
    Caring, loving, forgiving...
  10. Ik heb lief en ik ben geliefd en je kunt niets doen, om dat af kan pakken.
    I love and I am loved, and nothing that you can do can take that away.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden