Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: laxeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gelaxeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik laxeer
jij laxeert
hij laxeert
wij laxeren
jullie laxeren
zij laxeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gelaxeerd
jij hebt gelaxeerd
hij heeft gelaxeerd
wij hebben gelaxeerd
jullie hebben gelaxeerd
zij hebben gelaxeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik laxeerde
jij laxeerde
hij laxeerde
wij laxeerden
jullie laxeerden
zij laxeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gelaxeerd
jij had gelaxeerd
hij had gelaxeerd
wij hadden gelaxeerd
jullie hadden gelaxeerd
zij hadden gelaxeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal laxeren
jij zult laxeren
hij zal laxeren
wij zullen laxeren
jullie zullen laxeren
zij zullen laxeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gelaxeerd hebben
jij zult gelaxeerd hebben
hij zal gelaxeerd hebben
wij zullen gelaxeerd hebben
jullie zullen gelaxeerd hebben
zij zullen gelaxeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou laxeren
jij zou laxeren
hij zou laxeren
wij zouden laxeren
jullie zouden laxeren
zij zouden laxeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gelaxeerd hebben
jij zou gelaxeerd hebben
hij zou gelaxeerd hebben
wij zouden gelaxeerd hebben
jullie zouden gelaxeerd hebben
zij zouden gelaxeerd hebben

Gebiedende wijs
laxeer

Aanvoegende wijs
laxere

Voorbeelden

  1. 5 kilo hoogwaardige baby laxeer middel.
    5 keys of high-grade baby laxative.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden