NL: lapdancen
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gelapdancet
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik lapdance
jij lapdancet
hij lapdancet
wij lapdancen
jullie lapdancen
zij lapdancen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gelapdancet
jij hebt gelapdancet
hij heeft gelapdancet
wij hebben gelapdancet
jullie hebben gelapdancet
zij hebben gelapdancet
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik lapdancete
jij lapdancete
hij lapdancete
wij lapdanceten
jullie lapdanceten
zij lapdanceten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gelapdancet
jij had gelapdancet
hij had gelapdancet
wij hadden gelapdancet
jullie hadden gelapdancet
zij hadden gelapdancet
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal lapdancen
jij zult lapdancen
hij zal lapdancen
wij zullen lapdancen
jullie zullen lapdancen
zij zullen lapdancen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gelapdancet hebben
jij zult gelapdancet hebben
hij zal gelapdancet hebben
wij zullen gelapdancet hebben
jullie zullen gelapdancet hebben
zij zullen gelapdancet hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou lapdancen
jij zou lapdancen
hij zou lapdancen
wij zouden lapdancen
jullie zouden lapdancen
zij zouden lapdancen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gelapdancet hebben
jij zou gelapdancet hebben
hij zou gelapdancet hebben
wij zouden gelapdancet hebben
jullie zouden gelapdancet hebben
zij zouden gelapdancet hebben
|
| Gebiedende wijs |
lapdance
|
| Aanvoegende wijs |
| lapdance |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden