Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: lanteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gelanterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik lanter
jij lantert
hij lantert
wij lanteren
jullie lanteren
zij lanteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gelanterd
jij hebt gelanterd
hij heeft gelanterd
wij hebben gelanterd
jullie hebben gelanterd
zij hebben gelanterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik lanterde
jij lanterde
hij lanterde
wij lanterden
jullie lanterden
zij lanterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gelanterd
jij had gelanterd
hij had gelanterd
wij hadden gelanterd
jullie hadden gelanterd
zij hadden gelanterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal lanteren
jij zult lanteren
hij zal lanteren
wij zullen lanteren
jullie zullen lanteren
zij zullen lanteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gelanterd hebben
jij zult gelanterd hebben
hij zal gelanterd hebben
wij zullen gelanterd hebben
jullie zullen gelanterd hebben
zij zullen gelanterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou lanteren
jij zou lanteren
hij zou lanteren
wij zouden lanteren
jullie zouden lanteren
zij zouden lanteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gelanterd hebben
jij zou gelanterd hebben
hij zou gelanterd hebben
wij zouden gelanterd hebben
jullie zouden gelanterd hebben
zij zouden gelanterd hebben

Gebiedende wijs
lanter

Aanvoegende wijs
lantere

Voorbeelden

  1. Chip Lanter en die andere man, Tins.
    Chip Lanter and this other guy, Tins.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden