Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: laken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gelaakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik laak
jij laakt
hij laakt
wij laken
jullie laken
zij laken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gelaakt
jij hebt gelaakt
hij heeft gelaakt
wij hebben gelaakt
jullie hebben gelaakt
zij hebben gelaakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik laakte
jij laakte
hij laakte
wij laakten
jullie laakten
zij laakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gelaakt
jij had gelaakt
hij had gelaakt
wij hadden gelaakt
jullie hadden gelaakt
zij hadden gelaakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal laken
jij zult laken
hij zal laken
wij zullen laken
jullie zullen laken
zij zullen laken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gelaakt hebben
jij zult gelaakt hebben
hij zal gelaakt hebben
wij zullen gelaakt hebben
jullie zullen gelaakt hebben
zij zullen gelaakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou laken
jij zou laken
hij zou laken
wij zouden laken
jullie zouden laken
zij zouden laken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gelaakt hebben
jij zou gelaakt hebben
hij zou gelaakt hebben
wij zouden gelaakt hebben
jullie zouden gelaakt hebben
zij zouden gelaakt hebben

Gebiedende wijs
laak

Aanvoegende wijs
lake

Voorbeelden

  1. Laken zoals een laken.
    Sheet - - like a sheet.
  2. Ja, pak een laken.
    Yeah, grab a sheet.
  3. Hou het laken op.
    Hold out the sheet.
  4. Bloed op het laken.
    There 's blood on the sheets.
  5. Laken aan de kant.
    Let 's lose the drape.
  6. Waar is het laken?
    Where 's the sheet?
  7. Met alleen een laken.
    Apart from a sheet.
  8. Neem niet alle laken
    Don 't take all the covers.
  9. Dus het is een laken.
    So it 's a sheet.
  10. Moet je dit laken zien.
    Look at this sheet.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden