1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. label

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to label    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
labeling; labelling

Present simple (ott)
I label
you label
he labels
we label
you label
they label

Present perfect (vtt)
I have labeled; labelled
you have labeled; labelled
he has labeled; labelled
we have labeled; labelled
you have labeled; labelled
they have labeled; labelled

Past Simple (ovt)
I labeled; labelled
you labeled; labelled
he labeled; labelled
we labeled; labelled
you labeled; labelled
they labeled; labelled

Past perfect (vvt)
I had labeled; labelled
you had labeled; labelled
he had labeled; labelled
we had labeled; labelled
you had labeled; labelled
they had labeled; labelled

Present future (ottt)
I will label
you will label
he will label
we will label
you will label
they will label

Present future perfect (vttt)
I will have labeled; labelled
you will have labeled; labelled
he will have labeled; labelled
we will have labeled; labelled
you will have labeled; labelled
they will have labeled; labelled

Past future (ovtt)
I would label
you would label
he would label
we would label
you would label
they would label

Past future perfect (vvtt)
I would have labeled; labelled
you would have labeled; labelled
he would have labeled; labelled
we would have labeled; labelled
you would have labeled; labelled
they would have labeled; labelled


Voorbeelden

  1. label
    druiplijst
  2. Label
    Etiket
  3. white luggage label
    wit bagagelabel (voor passagiers die naar een land buiten de EU reizen)
  4. Vodka, black label.
    Wodka, het goede spul.
  5. Next label, please.
    Volgende etiket, graag.
  6. Maybe from that label.
    Misschien van dat etiket.
  7. Dixon 's Record Label?
    Dixon' s Record Label?
  8. Label 's not cut.
    Label is niet geknipt.
  9. Show me the label.
    Laat me het etiket zien.
  10. That 's Adam ': label.
    Dat is Adam' s label.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try