Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kwalificeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekwalificeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kwalificeer
jij kwalificeert
hij kwalificeert
wij kwalificeren
jullie kwalificeren
zij kwalificeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekwalificeerd
jij hebt gekwalificeerd
hij heeft gekwalificeerd
wij hebben gekwalificeerd
jullie hebben gekwalificeerd
zij hebben gekwalificeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kwalificeerde
jij kwalificeerde
hij kwalificeerde
wij kwalificeerden
jullie kwalificeerden
zij kwalificeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekwalificeerd
jij had gekwalificeerd
hij had gekwalificeerd
wij hadden gekwalificeerd
jullie hadden gekwalificeerd
zij hadden gekwalificeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kwalificeren
jij zult kwalificeren
hij zal kwalificeren
wij zullen kwalificeren
jullie zullen kwalificeren
zij zullen kwalificeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekwalificeerd hebben
jij zult gekwalificeerd hebben
hij zal gekwalificeerd hebben
wij zullen gekwalificeerd hebben
jullie zullen gekwalificeerd hebben
zij zullen gekwalificeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kwalificeren
jij zou kwalificeren
hij zou kwalificeren
wij zouden kwalificeren
jullie zouden kwalificeren
zij zouden kwalificeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekwalificeerd hebben
jij zou gekwalificeerd hebben
hij zou gekwalificeerd hebben
wij zouden gekwalificeerd hebben
jullie zouden gekwalificeerd hebben
zij zouden gekwalificeerd hebben

Gebiedende wijs
kwalificeer

Aanvoegende wijs
kwalificere

Voorbeelden

  1. Als ik mij niet kwalificeer?
    If I don 't qualify?
  2. Moet ik me kwalificeren?
    I have to qualify?
  3. Je wilt jezelf kwalificeren.
    You wanna get yourself qualified.
  4. Probeer je tenminste te kwalificeren.
    Why not try? You could at least qualify.
  5. We moeten ons kwalificeren voor Vegas.
    We have to qualify for the Vegas Open.
  6. Trouwens, kwalificeren is het makkelijke gedeelte.
    Besides, qualifying is the easy part.
  7. Tranquilizing een agent niet kwalificeren als een misverstand.
    Tranquilizing an agent does not qualify as a misunderstanding.
  8. Dan denk ik dat ze voor asiel kwalificeren.
    They I think they 'll qualify for asylum.
  9. Ik sta op het punt om me te kwalificeren.
    I am a heartbeat away from qualifying.
  10. Twee kogels in het hoofd kwalificeren niet als traumatisch?
    Two bullets to the head doesn 't qualify as traumatic?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden