Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kwakken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekwakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kwak
jij kwakt
hij kwakt
wij kwakken
jullie kwakken
zij kwakken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekwakt
jij hebt gekwakt
hij heeft gekwakt
wij hebben gekwakt
jullie hebben gekwakt
zij hebben gekwakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kwakte
jij kwakte
hij kwakte
wij kwakten
jullie kwakten
zij kwakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekwakt
jij had gekwakt
hij had gekwakt
wij hadden gekwakt
jullie hadden gekwakt
zij hadden gekwakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kwakken
jij zult kwakken
hij zal kwakken
wij zullen kwakken
jullie zullen kwakken
zij zullen kwakken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekwakt hebben
jij zult gekwakt hebben
hij zal gekwakt hebben
wij zullen gekwakt hebben
jullie zullen gekwakt hebben
zij zullen gekwakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kwakken
jij zou kwakken
hij zou kwakken
wij zouden kwakken
jullie zouden kwakken
zij zouden kwakken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekwakt hebben
jij zou gekwakt hebben
hij zou gekwakt hebben
wij zouden gekwakt hebben
jullie zouden gekwakt hebben
zij zouden gekwakt hebben

Gebiedende wijs
kwak

Aanvoegende wijs
kwakke

Voorbeelden

  1. Kwak, kwak, kwak.
    Quack, quack, quack.
  2. Kwak, kwak, kwak.
    Quack, quack, quack!
  3. Kwak, kwak, schat.
    Quack, quack, sugar.
  4. Ze zeggen kwak-kwak.
    They say kwak-kwak.
  5. En' n grote kwak hiervan.
    And a big dollop of this.
  6. Waarom noemen ze dit een Kwak?
    Why do they call this a yard of ale?
  7. .. en kwak het op je papier!
    .. then slap it onto the paper!
  8. Dus sprak ik gisteren met President Kwak...
    So I spoke with President Kwak yesterday...
  9. Maar eerst een kwak vet in de braadslee.
    But first I have to put a drop of fat in the pan.
  10. Hij doet z' n kwak in de sok en spoelt hem dan door.
    He make the man salsa in the sock then flush.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden