Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kruisigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekruisigd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kruisig
jij kruisigt
hij kruisigt
wij kruisigen
jullie kruisigen
zij kruisigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekruisigd
jij hebt gekruisigd
hij heeft gekruisigd
wij hebben gekruisigd
jullie hebben gekruisigd
zij hebben gekruisigd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kruisigde
jij kruisigde
hij kruisigde
wij kruisigden
jullie kruisigden
zij kruisigden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekruisigd
jij had gekruisigd
hij had gekruisigd
wij hadden gekruisigd
jullie hadden gekruisigd
zij hadden gekruisigd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kruisigen
jij zult kruisigen
hij zal kruisigen
wij zullen kruisigen
jullie zullen kruisigen
zij zullen kruisigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekruisigd hebben
jij zult gekruisigd hebben
hij zal gekruisigd hebben
wij zullen gekruisigd hebben
jullie zullen gekruisigd hebben
zij zullen gekruisigd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kruisigen
jij zou kruisigen
hij zou kruisigen
wij zouden kruisigen
jullie zouden kruisigen
zij zouden kruisigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekruisigd hebben
jij zou gekruisigd hebben
hij zou gekruisigd hebben
wij zouden gekruisigd hebben
jullie zouden gekruisigd hebben
zij zouden gekruisigd hebben

Gebiedende wijs
kruisig

Aanvoegende wijs
kruisige

Voorbeelden

  1. kruisig hem!
    Crucify him! Crucify him!
  2. Wachten, kruisig hem.
    Guards, crucify him.
  3. En kruisig deze man.
    Crucify Him! Yes! Crucify Him!
  4. kruisig en executeer hem ook!
    Crucify and execute him too!
  5. Caesar is onze koning, kruisig hem
    We have no king but Caesar! Crucify him!
  6. Kruisig ons en jullie zullen gespaard worden.
    Crucify us and you will be spared.
  7. Kruisig me maar als het niet zo is.
    You can hang me if I 'm mistaken.
  8. denk aan Caesar, hij zal u degraderen, deporteren, kruisig hem!
    Remember Caesar, you'll be demoted, you'll be deported, crucify him!
  9. Ik zal je kruisigen.
    I 'll crucify you.
  10. Ze willen hem kruisigen.
    They want to crucify him.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden