Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kruisen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekruist

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kruis
jij kruist
hij kruist
wij kruisen
jullie kruisen
zij kruisen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekruist
jij hebt gekruist
hij heeft gekruist
wij hebben gekruist
jullie hebben gekruist
zij hebben gekruist

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kruiste
jij kruiste
hij kruiste
wij kruisten
jullie kruisten
zij kruisten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekruist
jij had gekruist
hij had gekruist
wij hadden gekruist
jullie hadden gekruist
zij hadden gekruist

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kruisen
jij zult kruisen
hij zal kruisen
wij zullen kruisen
jullie zullen kruisen
zij zullen kruisen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekruist hebben
jij zult gekruist hebben
hij zal gekruist hebben
wij zullen gekruist hebben
jullie zullen gekruist hebben
zij zullen gekruist hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kruisen
jij zou kruisen
hij zou kruisen
wij zouden kruisen
jullie zouden kruisen
zij zouden kruisen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekruist hebben
jij zou gekruist hebben
hij zou gekruist hebben
wij zouden gekruist hebben
jullie zouden gekruist hebben
zij zouden gekruist hebben

Gebiedende wijs
kruis

Aanvoegende wijs
kruise

Voorbeelden

  1. kruis
    sharp sign
  2. Het staande kruis?
    The standing cross?
  3. Kruis de knieën.
    Cross your knees.
  4. Dat kruis litteken...
    That cross-shaped scar...
  5. Stille kruis-modus.
    Silent cruise mode.
  6. Begrepen, Vuur-kruis?
    Got it, fire-crotch?
  7. Een kruis helpt niets.
    Sunlight won 't kill them
  8. Daar is het kruis.
    That is where the cross is.
  9. Of aanbidden een kruis
    Or worship a cross
  10. Kijk naar het kruis.
    Look to the cross.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden