Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kruipen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekropen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kruip
jij kruipt
hij kruipt
wij kruipen
jullie kruipen
zij kruipen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekropen
jij hebt gekropen
hij heeft gekropen
wij hebben gekropen
jullie hebben gekropen
zij hebben gekropen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kroop
jij kroop
hij kroop
wij kropen
jullie kropen
zij kropen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekropen
jij had gekropen
hij had gekropen
wij hadden gekropen
jullie hadden gekropen
zij hadden gekropen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kruipen
jij zult kruipen
hij zal kruipen
wij zullen kruipen
jullie zullen kruipen
zij zullen kruipen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekropen hebben
jij zult gekropen hebben
hij zal gekropen hebben
wij zullen gekropen hebben
jullie zullen gekropen hebben
zij zullen gekropen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kruipen
jij zou kruipen
hij zou kruipen
wij zouden kruipen
jullie zouden kruipen
zij zouden kruipen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekropen hebben
jij zou gekropen hebben
hij zou gekropen hebben
wij zouden gekropen hebben
jullie zouden gekropen hebben
zij zouden gekropen hebben

Gebiedende wijs
kruip

Aanvoegende wijs
kruipe

Voorbeelden

  1. kruip over het canvas, kruip over de vloer.
    Just humping the canvas, humping the floor.
  2. Kruip daarin, Wilma.
    Get in there, Wilma.
  3. Kruip hierheen, Bergström!
    Climb over here, Bergström!
  4. Tim, kruip er bovenop.
    Tim, get on top of this.
  5. Kruip achter de bar.
    Get behind the bar.
  6. Kruip er maar onder.
    You put your feet under there.
  7. Kruip uit mijn zicht.
    Now crawl from sight.
  8. Kruip onder de deken.
    Get under the blanket.
  9. Kruip daar weer onder.
    Now get back under there.
  10. Kruip achter het stuur.
    Get behind the wheel.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden