Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: krollen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekrold

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik krol
jij krolt
hij krolt
wij krollen
jullie krollen
zij krollen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekrold
jij hebt gekrold
hij heeft gekrold
wij hebben gekrold
jullie hebben gekrold
zij hebben gekrold

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik krolde
jij krolde
hij krolde
wij krolden
jullie krolden
zij krolden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekrold
jij had gekrold
hij had gekrold
wij hadden gekrold
jullie hadden gekrold
zij hadden gekrold

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal krollen
jij zult krollen
hij zal krollen
wij zullen krollen
jullie zullen krollen
zij zullen krollen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekrold hebben
jij zult gekrold hebben
hij zal gekrold hebben
wij zullen gekrold hebben
jullie zullen gekrold hebben
zij zullen gekrold hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou krollen
jij zou krollen
hij zou krollen
wij zouden krollen
jullie zouden krollen
zij zouden krollen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekrold hebben
jij zou gekrold hebben
hij zou gekrold hebben
wij zouden gekrold hebben
jullie zouden gekrold hebben
zij zouden gekrold hebben

Gebiedende wijs
krol

Aanvoegende wijs
krolle

Voorbeelden

  1. Mevrouw Krol, ik zie...
    Mrs Krol, I can see...
  2. Herinner je je Bendek Krol?
    Do you remember Bendek Krol?
  3. Klara Krol noemt hen spinnen.
    Klara Krol calls them spiders.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden