Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: krijsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekrijst/gekresen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik krijs
jij krijst
hij krijst
wij krijsen
jullie krijsen
zij krijsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekrijst/gekresen
jij hebt gekrijst/gekresen
hij heeft gekrijst/gekresen
wij hebben gekrijst/gekresen
jullie hebben gekrijst/gekresen
zij hebben gekrijst/gekresen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik krijste/krees
jij krijste/krees
hij krijste/krees
wij krijsten/kresen
jullie krijsten/kresen
zij krijsten/kresen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekrijst/gekresen
jij had gekrijst/gekresen
hij had gekrijst/gekresen
wij hadden gekrijst/gekresen
jullie hadden gekrijst/gekresen
zij hadden gekrijst/gekresen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal krijsen
jij zult krijsen
hij zal krijsen
wij zullen krijsen
jullie zullen krijsen
zij zullen krijsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekrijst/gekresen hebben
jij zult gekrijst/gekresen hebben
hij zal gekrijst/gekresen hebben
wij zullen gekrijst/gekresen hebben
jullie zullen gekrijst/gekresen hebben
zij zullen gekrijst/gekresen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou krijsen
jij zou krijsen
hij zou krijsen
wij zouden krijsen
jullie zouden krijsen
zij zouden krijsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekrijst/gekresen hebben
jij zou gekrijst/gekresen hebben
hij zou gekrijst/gekresen hebben
wij zouden gekrijst/gekresen hebben
jullie zouden gekrijst/gekresen hebben
zij zouden gekrijst/gekresen hebben

Gebiedende wijs
krijs

Aanvoegende wijs
krijse
Gebiedende wijs



Voorbeelden

  1. Krijs als een varken!
    Squeal like a pig!
  2. Krijs dan als een varken!
    Then squeal like a pig!
  3. Krijsen aardbevingen?
    Do earthquakes shriek?
  4. [ Thunder crasht, banden krijsen ]
    [ Thunder crashes, tires screech ]
  5. Laat hem ophouden met krijsen.
    Make him stop that squealing.
  6. Hij is gestopt met krijsen.
    He has stopped squawking.
  7. ( banden krijsen, auto' s botsen, liedje eindigt )
    ( tires screeching, car crashing, song ends )
  8. Een stelletje skinheads die krijsen als apen.
    A bunch of skinheads screeching like monkeys?
  9. Ze waren helemaal aan het schreeuwen en krijsen.
    They started screaming and shouting down the line.
  10. De vrouw gaat tekeer, de kleine ligt te krijsen.
    The woman is screaming, the kid is screaming.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden