Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: krabbelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekrabbeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik krabbel
jij krabbelt
hij krabbelt
wij krabbelen
jullie krabbelen
zij krabbelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekrabbeld
jij hebt gekrabbeld
hij heeft gekrabbeld
wij hebben gekrabbeld
jullie hebben gekrabbeld
zij hebben gekrabbeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik krabbelde
jij krabbelde
hij krabbelde
wij krabbelden
jullie krabbelden
zij krabbelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekrabbeld
jij had gekrabbeld
hij had gekrabbeld
wij hadden gekrabbeld
jullie hadden gekrabbeld
zij hadden gekrabbeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal krabbelen
jij zult krabbelen
hij zal krabbelen
wij zullen krabbelen
jullie zullen krabbelen
zij zullen krabbelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekrabbeld hebben
jij zult gekrabbeld hebben
hij zal gekrabbeld hebben
wij zullen gekrabbeld hebben
jullie zullen gekrabbeld hebben
zij zullen gekrabbeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou krabbelen
jij zou krabbelen
hij zou krabbelen
wij zouden krabbelen
jullie zouden krabbelen
zij zouden krabbelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekrabbeld hebben
jij zou gekrabbeld hebben
hij zou gekrabbeld hebben
wij zouden gekrabbeld hebben
jullie zouden gekrabbeld hebben
zij zouden gekrabbeld hebben

Gebiedende wijs
krabbel

Aanvoegende wijs
krabbele

Voorbeelden

  1. Krabbel, krabbel, krabbel, krabbel.
    Scribble, scribble, scribble, scribble.
  2. Krabbel niet terug.
    Don 't back out on me.
  3. Ik krabbel niet terug.
    I 'm not pulling back.
  4. Zet hier een krabbel.
    You just put your scrawl there.
  5. Krabbel nu niet terug.
    Don 't back out on me now.
  6. Ik krabbel niet terug.
    I don 't chicken out.
  7. Krabbel, maar praat niet.
    Scratch, but don 't talk.
  8. Zet even een krabbel.
    I need you to sign this.
  9. Ik krabbel niet terug.
    I 'm not turning back.
  10. Hey, ik krabbel niet terug.
    Hey, I do not chicken out.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden