NL: kostumeren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gekostumeerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik kostumeer jij kostumeert hij kostumeert wij kostumeren jullie kostumeren zij kostumeren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gekostumeerd jij hebt gekostumeerd hij heeft gekostumeerd wij hebben gekostumeerd jullie hebben gekostumeerd zij hebben gekostumeerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik kostumeerde jij kostumeerde hij kostumeerde wij kostumeerden jullie kostumeerden zij kostumeerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gekostumeerd jij had gekostumeerd hij had gekostumeerd wij hadden gekostumeerd jullie hadden gekostumeerd zij hadden gekostumeerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal kostumeren jij zult kostumeren hij zal kostumeren wij zullen kostumeren jullie zullen kostumeren zij zullen kostumeren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gekostumeerd hebben jij zult gekostumeerd hebben hij zal gekostumeerd hebben wij zullen gekostumeerd hebben jullie zullen gekostumeerd hebben zij zullen gekostumeerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou kostumeren jij zou kostumeren hij zou kostumeren wij zouden kostumeren jullie zouden kostumeren zij zouden kostumeren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gekostumeerd hebben jij zou gekostumeerd hebben hij zou gekostumeerd hebben wij zouden gekostumeerd hebben jullie zouden gekostumeerd hebben zij zouden gekostumeerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
kostumeer
|
| Aanvoegende wijs |
| kostumere |