NL: kosten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gekost
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik kost jij kost hij kost wij kosten jullie kosten zij kosten
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gekost jij hebt gekost hij heeft gekost wij hebben gekost jullie hebben gekost zij hebben gekost
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik kostte jij kostte hij kostte wij kostten jullie kostten zij kostten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gekost jij had gekost hij had gekost wij hadden gekost jullie hadden gekost zij hadden gekost
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal kosten jij zult kosten hij zal kosten wij zullen kosten jullie zullen kosten zij zullen kosten
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gekost hebben jij zult gekost hebben hij zal gekost hebben wij zullen gekost hebben jullie zullen gekost hebben zij zullen gekost hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou kosten jij zou kosten hij zou kosten wij zouden kosten jullie zouden kosten zij zouden kosten
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gekost hebben jij zou gekost hebben hij zou gekost hebben wij zouden gekost hebben jullie zouden gekost hebben zij zouden gekost hebben
|
Gebiedende wijs |
kost
|
Aanvoegende wijs |
koste |