Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

DE: kopieren
NL: kopiëren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekopieerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kopieer
jij kopieert
hij kopieert
wij kopiëren
jullie kopiëren
zij kopiëren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekopieerd
jij hebt gekopieerd
hij heeft gekopieerd
wij hebben gekopieerd
jullie hebben gekopieerd
zij hebben gekopieerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kopieerde
jij kopieerde
hij kopieerde
wij kopieerden
jullie kopieerden
zij kopieerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekopieerd
jij had gekopieerd
hij had gekopieerd
wij hadden gekopieerd
jullie hadden gekopieerd
zij hadden gekopieerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kopiëren
jij zult kopiëren
hij zal kopiëren
wij zullen kopiëren
jullie zullen kopiëren
zij zullen kopiëren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekopieerd hebben
jij zult gekopieerd hebben
hij zal gekopieerd hebben
wij zullen gekopieerd hebben
jullie zullen gekopieerd hebben
zij zullen gekopieerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kopiëren
jij zou kopiëren
hij zou kopiëren
wij zouden kopiëren
jullie zouden kopiëren
zij zouden kopiëren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekopieerd hebben
jij zou gekopieerd hebben
hij zou gekopieerd hebben
wij zouden gekopieerd hebben
jullie zouden gekopieerd hebben
zij zouden gekopieerd hebben

Gebiedende wijs
kopieer

Aanvoegende wijs
kopiere

Voorbeelden

  1. Kopieer dit alstublieft.
    Copy this please.
  2. Ik kopieer Jackie.
    I 'm copying Jackie.
  3. Het kopieer service bedrijf?
    The photocopier service company?
  4. Kopieer gewoon de presentielijsten.
    Just copy the attendance records.
  5. Ik kopieer wat dingen.
    I 'm copying things.
  6. Ik kopieer de computeruitdraai.
    Rube demanded a copy of the hard copy.
  7. Kopieer en bevestig de gegevens.
    Please copy and confirm all receiving locks.
  8. Kopieer apparaten werken nooit mee.
    Copying devices are notoriously unreliable psychic fetters.
  9. Ik kopieer je alle bestanden.
    I 'll copy you on all the files.
  10. Het meisje bij de kopieer winkel?
    The girl at the copy shop?


DE: kopieren    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Partizip Perfekt & Präsens
kopiert
kopierend

Indikativ Präsens
ich kopiere
du kopierst
er kopiert
wir kopieren
ihr kopiert
sie; Sie kopieren

Indikativ Perfekt
ich habe kopiert
du hast kopiert
er hat kopiert
wir haben kopiert
ihr habt kopiert
sie; Sie haben kopiert

Indikativ Präteritum
ich kopierte
du kopiertest
er kopierte
wir kopierten
ihr kopiertet
sie; Sie kopierten

Indikativ Plusquamperfekt
ich hatte kopiert
du hattest kopiert
er hatte kopiert
wir hatten kopiert
ihr hattet kopiert
sie; Sie hatten kopiert

Indikativ Futur I
ich werde kopieren
du wirst kopieren
er wird kopieren
wir werden kopieren
ihr werdet kopieren
sie; Sie werden kopieren

Indikativ Futur II
ich werde kopiert haben
du wirst kopiert haben
er wird kopiert haben
wir werden kopiert haben
ihr werdet kopiert haben
sie; Sie werden kopiert haben

Konjunktiv I Präsens
ich kopiere
du kopierest
er kopiere
wir kopieren
ihr kopieret
sie; Sie kopieren

Konjunktiv I Perfekt
ich habe kopiert
du habest kopiert
er habe kopiert
wir haben kopiert
ihr habet kopiert
sie; Sie haben kopiert

Konjunktiv II Präsens
ich kopierte
du kopiertest
er kopierte
wir kopierten
ihr kopiertet
sie; Sie kopierten

Konjunktiv II Perfekt
ich hätte kopiert
du hättest kopiert
er hätte kopiert
wir hätten kopiert
ihr hättet kopiert
sie; Sie hätten kopiert

Konjunktiv II Futur I
ich würde kopieren
du würdest kopieren
er würde kopieren
wir würden kopieren
ihr würdet kopieren
sie; Sie würden kopieren

Konjunktiv II Futur II
ich würde kopiert haben
du würdest kopiert haben
er würde kopiert haben
wir würden kopiert haben
ihr würdet kopiert haben
sie; Sie würden kopiert haben

der Imperativ
du kopiere


Voorbeelden

  1. Ruhig, Kopier-Junge.
    Rustig, kopiëren jongen.
  2. Nachahmer kopieren.
    Imitators kopiëren.
  3. Schnitt und kopieren.
    Stop en doe de installatie.
  4. Nein, aber vielleicht kopieren?
    Nee, maar misschien heb je me gekopieerd.
  5. Willst du einfach meins kopieren?
    Wil je gewoon een kopie van mij maken?
  6. Dann kopieren wir den Schlüssel.
    Dan kopiëren wij de sleutel.
  7. Kannst du die Datei kopieren?
    Kan een kopie maken van het bestand?
  8. Um Ihre Haut zu kopieren.
    Om je huid te kopiëren.
  9. Ich werde seine Vorgehensweise kopieren.
    Ik zal zijn werkwijze kopiëren.
  10. Den man nicht kopieren kann.
    Onmogelijk om na te maken.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden