Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kolderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekolderd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kolder
jij koldert
hij koldert
wij kolderen
jullie kolderen
zij kolderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekolderd
jij hebt gekolderd
hij heeft gekolderd
wij hebben gekolderd
jullie hebben gekolderd
zij hebben gekolderd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kolderde
jij kolderde
hij kolderde
wij kolderden
jullie kolderden
zij kolderden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekolderd
jij had gekolderd
hij had gekolderd
wij hadden gekolderd
jullie hadden gekolderd
zij hadden gekolderd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kolderen
jij zult kolderen
hij zal kolderen
wij zullen kolderen
jullie zullen kolderen
zij zullen kolderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekolderd hebben
jij zult gekolderd hebben
hij zal gekolderd hebben
wij zullen gekolderd hebben
jullie zullen gekolderd hebben
zij zullen gekolderd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kolderen
jij zou kolderen
hij zou kolderen
wij zouden kolderen
jullie zouden kolderen
zij zouden kolderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekolderd hebben
jij zou gekolderd hebben
hij zou gekolderd hebben
wij zouden gekolderd hebben
jullie zouden gekolderd hebben
zij zouden gekolderd hebben

Gebiedende wijs
kolder

Aanvoegende wijs
koldere

Voorbeelden

  1. Wat is dat voor kolder?
    What kind of blather is that?
  2. Dit was je reinste kolder, niet?
    Absolute tosh, wasn 't it?
  3. Je weet dat het kolder was, toch?
    You know that story was bullshit, right?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden