Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: koekeloeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekoekeloerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik koekeloer
jij koekeloert
hij koekeloert
wij koekeloeren
jullie koekeloeren
zij koekeloeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekoekeloerd
jij hebt gekoekeloerd
hij heeft gekoekeloerd
wij hebben gekoekeloerd
jullie hebben gekoekeloerd
zij hebben gekoekeloerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik koekeloerde
jij koekeloerde
hij koekeloerde
wij koekeloerden
jullie koekeloerden
zij koekeloerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekoekeloerd
jij had gekoekeloerd
hij had gekoekeloerd
wij hadden gekoekeloerd
jullie hadden gekoekeloerd
zij hadden gekoekeloerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal koekeloeren
jij zult koekeloeren
hij zal koekeloeren
wij zullen koekeloeren
jullie zullen koekeloeren
zij zullen koekeloeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekoekeloerd hebben
jij zult gekoekeloerd hebben
hij zal gekoekeloerd hebben
wij zullen gekoekeloerd hebben
jullie zullen gekoekeloerd hebben
zij zullen gekoekeloerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou koekeloeren
jij zou koekeloeren
hij zou koekeloeren
wij zouden koekeloeren
jullie zouden koekeloeren
zij zouden koekeloeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekoekeloerd hebben
jij zou gekoekeloerd hebben
hij zou gekoekeloerd hebben
wij zouden gekoekeloerd hebben
jullie zouden gekoekeloerd hebben
zij zouden gekoekeloerd hebben

Gebiedende wijs
koekeloer

Aanvoegende wijs
koekeloere

Voorbeelden

  1. Terwijl jullie stonden te koekeloeren had ik wel kunnen verdrinken!
    I might have been sucked to my death while you stood there gawking!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden