Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: knoeien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geknoeid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik knoei
jij knoeit
hij knoeit
wij knoeien
jullie knoeien
zij knoeien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geknoeid
jij hebt geknoeid
hij heeft geknoeid
wij hebben geknoeid
jullie hebben geknoeid
zij hebben geknoeid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik knoeide
jij knoeide
hij knoeide
wij knoeiden
jullie knoeiden
zij knoeiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geknoeid
jij had geknoeid
hij had geknoeid
wij hadden geknoeid
jullie hadden geknoeid
zij hadden geknoeid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal knoeien
jij zult knoeien
hij zal knoeien
wij zullen knoeien
jullie zullen knoeien
zij zullen knoeien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geknoeid hebben
jij zult geknoeid hebben
hij zal geknoeid hebben
wij zullen geknoeid hebben
jullie zullen geknoeid hebben
zij zullen geknoeid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou knoeien
jij zou knoeien
hij zou knoeien
wij zouden knoeien
jullie zouden knoeien
zij zouden knoeien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geknoeid hebben
jij zou geknoeid hebben
hij zou geknoeid hebben
wij zouden geknoeid hebben
jullie zouden geknoeid hebben
zij zouden geknoeid hebben

Gebiedende wijs
knoei

Aanvoegende wijs
knoeie

Voorbeelden

  1. Knoei niet met me.
    Don 't mess me around.
  2. Knoei niet op mijn kleren.
    Don 't mess my clothes up.
  3. Knoei maar met mijn gedachten.
    Keep pumping me with your mind control serum.
  4. Knoei niet op mijn uniform.
    Don 't get it on my uniform.
  5. Knoei niet op je kleren.
    Don 't get it on your clothes.
  6. Zit je in de knoei?
    You all jammed up?
  7. I' m knoei zonder ya.
    I 'm a mess without ya.
  8. Ze zitten in de knoei.
    They 're in trouble.
  9. Knoei niet met blinde Joe.
    Don 't mess with blind Joe.
  10. Knoei niet met hun spullen.
    Don 't mess with their stuff.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden