Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: knikkeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geknikkerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik knikker
jij knikkert
hij knikkert
wij knikkeren
jullie knikkeren
zij knikkeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geknikkerd
jij hebt geknikkerd
hij heeft geknikkerd
wij hebben geknikkerd
jullie hebben geknikkerd
zij hebben geknikkerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik knikkerde
jij knikkerde
hij knikkerde
wij knikkerden
jullie knikkerden
zij knikkerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geknikkerd
jij had geknikkerd
hij had geknikkerd
wij hadden geknikkerd
jullie hadden geknikkerd
zij hadden geknikkerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal knikkeren
jij zult knikkeren
hij zal knikkeren
wij zullen knikkeren
jullie zullen knikkeren
zij zullen knikkeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geknikkerd hebben
jij zult geknikkerd hebben
hij zal geknikkerd hebben
wij zullen geknikkerd hebben
jullie zullen geknikkerd hebben
zij zullen geknikkerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou knikkeren
jij zou knikkeren
hij zou knikkeren
wij zouden knikkeren
jullie zouden knikkeren
zij zouden knikkeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geknikkerd hebben
jij zou geknikkerd hebben
hij zou geknikkerd hebben
wij zouden geknikkerd hebben
jullie zouden geknikkerd hebben
zij zouden geknikkerd hebben

Gebiedende wijs
knikker

Aanvoegende wijs
knikkere

Voorbeelden

  1. Hier, kale knikker.
    Right here, cromedome.
  2. Niks aan de knikker.
    I 'll be all right.
  3. Ik zie de knikker.
    Oh! I see the marble.
  4. Willen jullie mijn knikker zoeken?
    You guys want to look for my marble?
  5. Er is stront aan de knikker.
    There 's dirty work at the crossroads.
  6. Nu is er stront aan de knikker.
    Just dropped some mud right there.
  7. Dit lijkt op stront aan de knikker.
    This looks like a real damn show.
  8. Stront aan de knikker, daarom ging ik weg.
    The numbers stunk.That 's why I got out.
  9. Wie noem je hier te zwaar, kale knikker?
    Who you calling overweight, chrome dome?
  10. De Aarde wordt hier voorgesteld door deze knikker.
    We have the Earth here represented by this marble.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden