1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. knee

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to knee    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
kneeing

Present simple (ott)
I knee
you knee
he knees
we knee
you knee
they knee

Present perfect (vtt)
I have kneed
you have kneed
he has kneed
we have kneed
you have kneed
they have kneed

Past Simple (ovt)
I kneed
you kneed
he kneed
we kneed
you kneed
they kneed

Past perfect (vvt)
I had kneed
you had kneed
he had kneed
we had kneed
you had kneed
they had kneed

Present future (ottt)
I will knee
you will knee
he will knee
we will knee
you will knee
they will knee

Present future perfect (vttt)
I will have kneed
you will have kneed
he will have kneed
we will have kneed
you will have kneed
they will have kneed

Past future (ovtt)
I would knee
you would knee
he would knee
we would knee
you would knee
they would knee

Past future perfect (vvtt)
I would have kneed
you would have kneed
he would have kneed
we would have kneed
you would have kneed
they would have kneed


Voorbeelden

  1. Knee... broken.
    Knie... gebroken.
  2. artificial knee
    kunstknie
  3. knee pan
    knieschijf
  4. knee reflex
    kniepeesreflex
  5. Buggered my knee.
    Ze verkloten mijn knie.
  6. Knee-forehead combo.
    Knie-voorhoofd combinatie.
  7. Dislocated my knee.
    M' n knie is uit de kom.
  8. New titanium knee.
    Nieuwe titanium knie.
  9. Defend, knee, elbow.
    Verdedig, knie, elleboog.
  10. Everyone take a knee.
    Iedereen op zijn knie.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try