Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kluizen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekluisd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kluis
jij kluist
hij kluist
wij kluizen
jullie kluizen
zij kluizen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekluisd
jij hebt gekluisd
hij heeft gekluisd
wij hebben gekluisd
jullie hebben gekluisd
zij hebben gekluisd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kluisde
jij kluisde
hij kluisde
wij kluisden
jullie kluisden
zij kluisden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekluisd
jij had gekluisd
hij had gekluisd
wij hadden gekluisd
jullie hadden gekluisd
zij hadden gekluisd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kluizen
jij zult kluizen
hij zal kluizen
wij zullen kluizen
jullie zullen kluizen
zij zullen kluizen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekluisd hebben
jij zult gekluisd hebben
hij zal gekluisd hebben
wij zullen gekluisd hebben
jullie zullen gekluisd hebben
zij zullen gekluisd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kluizen
jij zou kluizen
hij zou kluizen
wij zouden kluizen
jullie zouden kluizen
zij zouden kluizen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekluisd hebben
jij zou gekluisd hebben
hij zou gekluisd hebben
wij zouden gekluisd hebben
jullie zouden gekluisd hebben
zij zouden gekluisd hebben

Gebiedende wijs
kluis

Aanvoegende wijs
kluize

Voorbeelden

  1. De kluis, ga naar de kluis.
    The vault, get to the vault.
  2. Een ouderwetse kluis.
    It 's an old Sargent safe.
  3. Kluis 4587, graag.
    I 'd like box 4587, please.
  4. De kluis leeggehaald.
    Emptied the vault.
  5. Blijf in de kluis!
    Stay in the vault!
  6. De kluis is open.
    The safe is open.
  7. We verplaatsen de kluis.
    We move the vault.
  8. Mijn kluis is ondoordringbaar.
    my vault is impenetrable.
  9. Waar is die kluis?
    Where is the safe deposit box?
  10. Waar is de kluis?
    Where is the safe?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden