Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kluiven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekloven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kluif
jij kluift
hij kluift
wij kluiven
jullie kluiven
zij kluiven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekloven
jij hebt gekloven
hij heeft gekloven
wij hebben gekloven
jullie hebben gekloven
zij hebben gekloven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kloof
jij kloof
hij kloof
wij kloven
jullie kloven
zij kloven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekloven
jij had gekloven
hij had gekloven
wij hadden gekloven
jullie hadden gekloven
zij hadden gekloven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kluiven
jij zult kluiven
hij zal kluiven
wij zullen kluiven
jullie zullen kluiven
zij zullen kluiven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekloven hebben
jij zult gekloven hebben
hij zal gekloven hebben
wij zullen gekloven hebben
jullie zullen gekloven hebben
zij zullen gekloven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kluiven
jij zou kluiven
hij zou kluiven
wij zouden kluiven
jullie zouden kluiven
zij zouden kluiven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekloven hebben
jij zou gekloven hebben
hij zou gekloven hebben
wij zouden gekloven hebben
jullie zouden gekloven hebben
zij zouden gekloven hebben

Gebiedende wijs
kluif

Aanvoegende wijs
kluive

Voorbeelden

  1. Geef me een kluif!
    Give me a drumstick!
  2. Ik geef je' n kluif.
    I just threw you a bone.
  3. En' n lekkere kluif voor Moor.
    And a nice bone for Moor.
  4. Dan heb je' n flinke kluif aan hem.
    You have your work cutout for you there.
  5. Zou Freud hier een kluif aan hebben of niet?
    Would Freud have a field day with this or what?
  6. De data bij Drewett' s is een harde kluif.
    The data at Drewett 's a hard nut.
  7. De Duitsers zullen er nog een hele kluif aan hebben.
    I think the Germans are gonna have to go some to beat them.
  8. Als je' n kluif hebt is de hond je vriend.
    If you have a liver treat the dog 'll like you.
  9. Dan geven we ze toch een kluif om af te knagen.
    We 'll throw them a bone and they 'll find this.
  10. Betaald in kluiven, natuurlijk.
    Paid in bones, of course.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden