Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: klitten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geklit

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik klit
jij klit
hij klit
wij klitten
jullie klitten
zij klitten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geklit
jij hebt geklit
hij heeft geklit
wij hebben geklit
jullie hebben geklit
zij hebben geklit

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik klitte
jij klitte
hij klitte
wij klitten
jullie klitten
zij klitten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geklit
jij had geklit
hij had geklit
wij hadden geklit
jullie hadden geklit
zij hadden geklit

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal klitten
jij zult klitten
hij zal klitten
wij zullen klitten
jullie zullen klitten
zij zullen klitten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geklit hebben
jij zult geklit hebben
hij zal geklit hebben
wij zullen geklit hebben
jullie zullen geklit hebben
zij zullen geklit hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou klitten
jij zou klitten
hij zou klitten
wij zouden klitten
jullie zouden klitten
zij zouden klitten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geklit hebben
jij zou geklit hebben
hij zou geklit hebben
wij zouden geklit hebben
jullie zouden geklit hebben
zij zouden geklit hebben

Gebiedende wijs
klit

Aanvoegende wijs
klitte

Voorbeelden

  1. En nog nooit een grote blauwe klit gehad?
    You must have some major blue clit.
  2. Z' n vacht zat in de klit, z' n ogen waren bloeddoorlopen.
    His coat was quite sticky, His eyes were bloodshot.
  3. Het is al heel wat, te zien dat iedereen zowat aan mekaar klit.
    It 's quite something, seeing everyone pull together like that.
  4. Toen ik ging zitten, zorgde ik ervoor dat m' n klit goed tegen het zadel drukt.
    When I sat down, I made sure my clit was right on the saddle.
  5. Je laat het klitten
    You 'Re Clumping.
  6. Dan klitten we straks allemaal bij elkaar.
    We 'll have more split ends than a football team.
  7. Atomen klitten samen om moleculen te vormen.
    Atoms stick together and form molecules.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden