Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: klieven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekliefd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik klief
jij klieft
hij klieft
wij klieven
jullie klieven
zij klieven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekliefd
jij hebt gekliefd
hij heeft gekliefd
wij hebben gekliefd
jullie hebben gekliefd
zij hebben gekliefd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kliefde
jij kliefde
hij kliefde
wij kliefden
jullie kliefden
zij kliefden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekliefd
jij had gekliefd
hij had gekliefd
wij hadden gekliefd
jullie hadden gekliefd
zij hadden gekliefd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal klieven
jij zult klieven
hij zal klieven
wij zullen klieven
jullie zullen klieven
zij zullen klieven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekliefd hebben
jij zult gekliefd hebben
hij zal gekliefd hebben
wij zullen gekliefd hebben
jullie zullen gekliefd hebben
zij zullen gekliefd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou klieven
jij zou klieven
hij zou klieven
wij zouden klieven
jullie zouden klieven
zij zouden klieven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekliefd hebben
jij zou gekliefd hebben
hij zou gekliefd hebben
wij zouden gekliefd hebben
jullie zouden gekliefd hebben
zij zouden gekliefd hebben

Gebiedende wijs
klief

Aanvoegende wijs
klieve

Voorbeelden

  1. Als je een warme douche wil, moet je zelf hout klieven.
    If you want a hot shower, you split your own wood for the stove.
  2. Carlyle raadt aan alle lichaamsdelen met' n scherp mes te klieven.
    Carlyle recommends cleaving all body parts with a sharp blade.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden