NL: klessebessen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geklessebest
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik klessebes jij klessebest hij klessebest wij klessebessen jullie klessebessen zij klessebessen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geklessebest jij hebt geklessebest hij heeft geklessebest wij hebben geklessebest jullie hebben geklessebest zij hebben geklessebest
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik klessebeste jij klessebeste hij klessebeste wij klessebesten jullie klessebesten zij klessebesten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geklessebest jij had geklessebest hij had geklessebest wij hadden geklessebest jullie hadden geklessebest zij hadden geklessebest
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal klessebessen jij zult klessebessen hij zal klessebessen wij zullen klessebessen jullie zullen klessebessen zij zullen klessebessen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geklessebest hebben jij zult geklessebest hebben hij zal geklessebest hebben wij zullen geklessebest hebben jullie zullen geklessebest hebben zij zullen geklessebest hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou klessebessen jij zou klessebessen hij zou klessebessen wij zouden klessebessen jullie zouden klessebessen zij zouden klessebessen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geklessebest hebben jij zou geklessebest hebben hij zou geklessebest hebben wij zouden geklessebest hebben jullie zouden geklessebest hebben zij zouden geklessebest hebben
|
Gebiedende wijs |
klessebes
|
Aanvoegende wijs |
klessebesse |