Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: klaarkrijgen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
klaargekregen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik krijg klaar
jij krijgt klaar
hij krijgt klaar
wij krijgen klaar
jullie krijgen klaar
zij krijgen klaar

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik klaarkrijg
dat jij klaarkrijgt
dat hij klaarkrijgt
dat wij klaarkrijgen
dat jullie klaarkrijgen
dat zij klaarkrijgen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb klaargekregen
jij hebt klaargekregen
hij heeft klaargekregen
wij hebben klaargekregen
jullie hebben klaargekregen
zij hebben klaargekregen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kreeg klaar
jij kreeg klaar
hij kreeg klaar
wij kregen klaar
jullie kregen klaar
zij kregen klaar

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik klaarkreeg
dat jij klaarkreeg
dat hij klaarkreeg
dat wij klaarkregen
dat jullie klaarkregen
dat zij klaarkregen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had klaargekregen
jij had klaargekregen
hij had klaargekregen
wij hadden klaargekregen
jullie hadden klaargekregen
zij hadden klaargekregen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal klaarkrijgen
jij zult klaarkrijgen
hij zal klaarkrijgen
wij zullen klaarkrijgen
jullie zullen klaarkrijgen
zij zullen klaarkrijgen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal klaargekregen hebben
jij zult klaargekregen hebben
hij zal klaargekregen hebben
wij zullen klaargekregen hebben
jullie zullen klaargekregen hebben
zij zullen klaargekregen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou klaarkrijgen
jij zou klaarkrijgen
hij zou klaarkrijgen
wij zouden klaarkrijgen
jullie zouden klaarkrijgen
zij zouden klaarkrijgen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou klaargekregen hebben
jij zou klaargekregen hebben
hij zou klaargekregen hebben
wij zouden klaargekregen hebben
jullie zouden klaargekregen hebben
zij zouden klaargekregen hebben

Gebiedende wijs
krijg klaar

Aanvoegende wijs
klaarkrijge

Voorbeelden

  1. de strie muur klaarkrijgen was een afleiding.
    The strie wall finish was a decoy.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden