NL: keyloggen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gekeylogd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik keylog jij keylogt hij keylogt wij keyloggen jullie keyloggen zij keyloggen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gekeylogd jij hebt gekeylogd hij heeft gekeylogd wij hebben gekeylogd jullie hebben gekeylogd zij hebben gekeylogd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik keylogde jij keylogde hij keylogde wij keylogden jullie keylogden zij keylogden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gekeylogd jij had gekeylogd hij had gekeylogd wij hadden gekeylogd jullie hadden gekeylogd zij hadden gekeylogd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal keyloggen jij zult keyloggen hij zal keyloggen wij zullen keyloggen jullie zullen keyloggen zij zullen keyloggen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gekeylogd hebben jij zult gekeylogd hebben hij zal gekeylogd hebben wij zullen gekeylogd hebben jullie zullen gekeylogd hebben zij zullen gekeylogd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou keyloggen jij zou keyloggen hij zou keyloggen wij zouden keyloggen jullie zouden keyloggen zij zouden keyloggen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gekeylogd hebben jij zou gekeylogd hebben hij zou gekeylogd hebben wij zouden gekeylogd hebben jullie zouden gekeylogd hebben zij zouden gekeylogd hebben
|
Gebiedende wijs |
keylog
|
Aanvoegende wijs |
keylogge |