Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: karakteriseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekarakteriseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik karakteriseer
jij karakteriseert
hij karakteriseert
wij karakteriseren
jullie karakteriseren
zij karakteriseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekarakteriseerd
jij hebt gekarakteriseerd
hij heeft gekarakteriseerd
wij hebben gekarakteriseerd
jullie hebben gekarakteriseerd
zij hebben gekarakteriseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik karakteriseerde
jij karakteriseerde
hij karakteriseerde
wij karakteriseerden
jullie karakteriseerden
zij karakteriseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekarakteriseerd
jij had gekarakteriseerd
hij had gekarakteriseerd
wij hadden gekarakteriseerd
jullie hadden gekarakteriseerd
zij hadden gekarakteriseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal karakteriseren
jij zult karakteriseren
hij zal karakteriseren
wij zullen karakteriseren
jullie zullen karakteriseren
zij zullen karakteriseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekarakteriseerd hebben
jij zult gekarakteriseerd hebben
hij zal gekarakteriseerd hebben
wij zullen gekarakteriseerd hebben
jullie zullen gekarakteriseerd hebben
zij zullen gekarakteriseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou karakteriseren
jij zou karakteriseren
hij zou karakteriseren
wij zouden karakteriseren
jullie zouden karakteriseren
zij zouden karakteriseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekarakteriseerd hebben
jij zou gekarakteriseerd hebben
hij zou gekarakteriseerd hebben
wij zouden gekarakteriseerd hebben
jullie zouden gekarakteriseerd hebben
zij zouden gekarakteriseerd hebben

Gebiedende wijs
karakteriseer

Aanvoegende wijs
karakterisere

Voorbeelden

  1. Hoe zou u Richard Tanner karakteriseren?
    How would you characterise Richard Tanner?
  2. Ik zou het meer karakteriseren als een gesprek.
    I would characterize it as more of a conversation.
  3. Hoe zou je Earnest Johnson' s gemoedstoestand willen karakteriseren?
    How would you characterize Earnest Johnson 's state of mind?
  4. Mrs. Hopewell, hoe zou u uw relatie met de sheriff karakteriseren?
    Mrs. Hopewell, how would you characterize... your relationship with the sheriff?
  5. Is het eerlijk om je te karakteriseren als ongelukkig in de liefde?
    Would it be fair to characterize you as... unlucky in love?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden