Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kanaliseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekanaliseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kanaliseer
jij kanaliseert
hij kanaliseert
wij kanaliseren
jullie kanaliseren
zij kanaliseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekanaliseerd
jij hebt gekanaliseerd
hij heeft gekanaliseerd
wij hebben gekanaliseerd
jullie hebben gekanaliseerd
zij hebben gekanaliseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kanaliseerde
jij kanaliseerde
hij kanaliseerde
wij kanaliseerden
jullie kanaliseerden
zij kanaliseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekanaliseerd
jij had gekanaliseerd
hij had gekanaliseerd
wij hadden gekanaliseerd
jullie hadden gekanaliseerd
zij hadden gekanaliseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kanaliseren
jij zult kanaliseren
hij zal kanaliseren
wij zullen kanaliseren
jullie zullen kanaliseren
zij zullen kanaliseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekanaliseerd hebben
jij zult gekanaliseerd hebben
hij zal gekanaliseerd hebben
wij zullen gekanaliseerd hebben
jullie zullen gekanaliseerd hebben
zij zullen gekanaliseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kanaliseren
jij zou kanaliseren
hij zou kanaliseren
wij zouden kanaliseren
jullie zouden kanaliseren
zij zouden kanaliseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekanaliseerd hebben
jij zou gekanaliseerd hebben
hij zou gekanaliseerd hebben
wij zouden gekanaliseerd hebben
jullie zouden gekanaliseerd hebben
zij zouden gekanaliseerd hebben

Gebiedende wijs
kanaliseer

Aanvoegende wijs
kanalisere

Voorbeelden

  1. Je bedoelt zoals kanaliseren van andere kunstenaars?
    You mean like channeling another artist?
  2. Geen enkele heks kan zoveel kracht kanaliseren.
    No witch could handle channeling that much power.
  3. Ik kan diegene kanaliseren die de vervloeking uitsprak.
    I can channel the power of the one who created the spell used to curse you.
  4. Ik kan de krachten van de sterren kanaliseren!
    I can channel all the power of the stars!
  5. Trixie kan haar sterke gevoelens kanaliseren tot iets productiefs.
    Trixie can channel her strong feelings into something productive.
  6. We hebben veel woede in ons en hebben hulp nodig om die te kanaliseren.
    We just have a lot of anger that we need some help controlling.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden