Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kalmeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekalmeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kalmeer
jij kalmeert
hij kalmeert
wij kalmeren
jullie kalmeren
zij kalmeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekalmeerd
jij hebt gekalmeerd
hij heeft gekalmeerd
wij hebben gekalmeerd
jullie hebben gekalmeerd
zij hebben gekalmeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kalmeerde
jij kalmeerde
hij kalmeerde
wij kalmeerden
jullie kalmeerden
zij kalmeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekalmeerd
jij had gekalmeerd
hij had gekalmeerd
wij hadden gekalmeerd
jullie hadden gekalmeerd
zij hadden gekalmeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kalmeren
jij zult kalmeren
hij zal kalmeren
wij zullen kalmeren
jullie zullen kalmeren
zij zullen kalmeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekalmeerd hebben
jij zult gekalmeerd hebben
hij zal gekalmeerd hebben
wij zullen gekalmeerd hebben
jullie zullen gekalmeerd hebben
zij zullen gekalmeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kalmeren
jij zou kalmeren
hij zou kalmeren
wij zouden kalmeren
jullie zouden kalmeren
zij zouden kalmeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekalmeerd hebben
jij zou gekalmeerd hebben
hij zou gekalmeerd hebben
wij zouden gekalmeerd hebben
jullie zouden gekalmeerd hebben
zij zouden gekalmeerd hebben

Gebiedende wijs
kalmeer

Aanvoegende wijs
kalmere

Voorbeelden

  1. Kalmeer, je moet kalmeren.
    Relax, you must stay calm.
  2. Kalmeer, kalmeer toch!
    Hold it, hold it!
  3. Kalmeer, Margaret, kalmeer maar.
    Calm down, Margaret, just calm down.
  4. Kalmeer jezelf, kalmeer jezelf.
    Calm yourself, calm yourself.
  5. Kalmeer, kalmeer, oké, zachtjes.
    Calm down, calm down. All right, gentle.
  6. Kalmeer, kalmeer, je bent veilig.
    Calm yourself. Calm, you 're safe.
  7. Johnnie, kalmeer.
    Johnnie, calm down.
  8. Kalmeer alsjeblieft.
    You need to calm down.
  9. Kalmeer, alstublieft.
    You calm down, please.
  10. Kalmeer, langzaam.
    Calm down. Slowly.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden