Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kalefateren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekalefaterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kalefater
jij kalefatert
hij kalefatert
wij kalefateren
jullie kalefateren
zij kalefateren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekalefaterd
jij hebt gekalefaterd
hij heeft gekalefaterd
wij hebben gekalefaterd
jullie hebben gekalefaterd
zij hebben gekalefaterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kalefaterde
jij kalefaterde
hij kalefaterde
wij kalefaterden
jullie kalefaterden
zij kalefaterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekalefaterd
jij had gekalefaterd
hij had gekalefaterd
wij hadden gekalefaterd
jullie hadden gekalefaterd
zij hadden gekalefaterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kalefateren
jij zult kalefateren
hij zal kalefateren
wij zullen kalefateren
jullie zullen kalefateren
zij zullen kalefateren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekalefaterd hebben
jij zult gekalefaterd hebben
hij zal gekalefaterd hebben
wij zullen gekalefaterd hebben
jullie zullen gekalefaterd hebben
zij zullen gekalefaterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kalefateren
jij zou kalefateren
hij zou kalefateren
wij zouden kalefateren
jullie zouden kalefateren
zij zouden kalefateren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekalefaterd hebben
jij zou gekalefaterd hebben
hij zou gekalefaterd hebben
wij zouden gekalefaterd hebben
jullie zouden gekalefaterd hebben
zij zouden gekalefaterd hebben

Gebiedende wijs
kalefater

Aanvoegende wijs
kalefatere

Voorbeelden

  1. Ze werkten er vrijwel elk weekend aan om hem op te kalefateren.
    The two of them spent nearly every weekend trying to restore it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden