Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: kaderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gekaderd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kader
jij kadert
hij kadert
wij kaderen
jullie kaderen
zij kaderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gekaderd
jij hebt gekaderd
hij heeft gekaderd
wij hebben gekaderd
jullie hebben gekaderd
zij hebben gekaderd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kaderde
jij kaderde
hij kaderde
wij kaderden
jullie kaderden
zij kaderden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gekaderd
jij had gekaderd
hij had gekaderd
wij hadden gekaderd
jullie hadden gekaderd
zij hadden gekaderd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal kaderen
jij zult kaderen
hij zal kaderen
wij zullen kaderen
jullie zullen kaderen
zij zullen kaderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gekaderd hebben
jij zult gekaderd hebben
hij zal gekaderd hebben
wij zullen gekaderd hebben
jullie zullen gekaderd hebben
zij zullen gekaderd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou kaderen
jij zou kaderen
hij zou kaderen
wij zouden kaderen
jullie zouden kaderen
zij zouden kaderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gekaderd hebben
jij zou gekaderd hebben
hij zou gekaderd hebben
wij zouden gekaderd hebben
jullie zouden gekaderd hebben
zij zouden gekaderd hebben

Gebiedende wijs
kader

Aanvoegende wijs
kadere

Voorbeelden

  1. Binnen welk kader?
    On a scale of what?
  2. Vlees kader figuurzaag.
    Flesh frame jigsaw.
  3. Kijk buiten je kader.
    Get out of your box!
  4. Rubber buik vlees kader.
    Rubber belly flesh frame.
  5. Het kader hing te hoog.
    Frame 's too high.
  6. Maar binnen dat kader, improviseer je.
    But within that framework, you improvise.
  7. In het kader van onze samenwerking.
    In the spirit of cooperation.
  8. Hij maakte een kader van super-moordenaars.
    He created a cadre of super-assassins.
  9. lemand van het kader van de politie.
    From the State Police Board.
  10. Dek, kader, relatie met middellijn en compartiment.
    Deck, frame, relation to centerline and compartment.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden