Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: justeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gejusteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik justeer
jij justeert
hij justeert
wij justeren
jullie justeren
zij justeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gejusteerd
jij hebt gejusteerd
hij heeft gejusteerd
wij hebben gejusteerd
jullie hebben gejusteerd
zij hebben gejusteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik justeerde
jij justeerde
hij justeerde
wij justeerden
jullie justeerden
zij justeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gejusteerd
jij had gejusteerd
hij had gejusteerd
wij hadden gejusteerd
jullie hadden gejusteerd
zij hadden gejusteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal justeren
jij zult justeren
hij zal justeren
wij zullen justeren
jullie zullen justeren
zij zullen justeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gejusteerd hebben
jij zult gejusteerd hebben
hij zal gejusteerd hebben
wij zullen gejusteerd hebben
jullie zullen gejusteerd hebben
zij zullen gejusteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou justeren
jij zou justeren
hij zou justeren
wij zouden justeren
jullie zouden justeren
zij zouden justeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gejusteerd hebben
jij zou gejusteerd hebben
hij zou gejusteerd hebben
wij zouden gejusteerd hebben
jullie zouden gejusteerd hebben
zij zouden gejusteerd hebben

Gebiedende wijs
justeer

Aanvoegende wijs
justere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden