1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. jumble

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to jumble    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
jumbling

Present simple (ott)
I jumble
you jumble
he jumbles
we jumble
you jumble
they jumble

Present perfect (vtt)
I have jumbled
you have jumbled
he has jumbled
we have jumbled
you have jumbled
they have jumbled

Past Simple (ovt)
I jumbled
you jumbled
he jumbled
we jumbled
you jumbled
they jumbled

Past perfect (vvt)
I had jumbled
you had jumbled
he had jumbled
we had jumbled
you had jumbled
they had jumbled

Present future (ottt)
I will jumble
you will jumble
he will jumble
we will jumble
you will jumble
they will jumble

Present future perfect (vttt)
I will have jumbled
you will have jumbled
he will have jumbled
we will have jumbled
you will have jumbled
they will have jumbled

Past future (ovtt)
I would jumble
you would jumble
he would jumble
we would jumble
you would jumble
they would jumble

Past future perfect (vvtt)
I would have jumbled
you would have jumbled
he would have jumbled
we would have jumbled
you would have jumbled
they would have jumbled


Voorbeelden

  1. My mind is a jumble.
    Mijn hoofd is een zooitje.
  2. I just saw a jumble of string.
    Ik zag alleen maar een stukje touw.
  3. I was going to give them to the jumble.
    Ik zou ze afgeven bij de rommelmarkt.
  4. Ned, it 's just a... a big jumble of things.
    Ned, het is een heleboel dingen samen.
  5. We could give them to the jumble sale, for the refugees.
    We kunnen ze aan de rommelmarkt geven, voor de vluchtelingen.
  6. Yeah, it 's like a jumble of ideas rattling around in my brain.
    Ja, er gaan talloze ideeën rond in mijn hoofd.
  7. Mrs Price-Ridley 's pound note was counted in with the jumble sale money.
    Dat pond was bijgeteld bij' t geld van de bazaar.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try