Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: judoën

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gejudood

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik judo
jij judoot
hij judoot
wij judoën
jullie judoën
zij judoën

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gejudood
jij hebt gejudood
hij heeft gejudood
wij hebben gejudood
jullie hebben gejudood
zij hebben gejudood

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik judode
jij judode
hij judode
wij judoden
jullie judoden
zij judoden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gejudood
jij had gejudood
hij had gejudood
wij hadden gejudood
jullie hadden gejudood
zij hadden gejudood

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal judoën
jij zult judoën
hij zal judoën
wij zullen judoën
jullie zullen judoën
zij zullen judoën

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gejudood hebben
jij zult gejudood hebben
hij zal gejudood hebben
wij zullen gejudood hebben
jullie zullen gejudood hebben
zij zullen gejudood hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou judoën
jij zou judoën
hij zou judoën
wij zouden judoën
jullie zouden judoën
zij zouden judoën

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gejudood hebben
jij zou gejudood hebben
hij zou gejudood hebben
wij zouden gejudood hebben
jullie zouden gejudood hebben
zij zouden gejudood hebben

Gebiedende wijs
judo

Aanvoegende wijs
judoë

Voorbeelden

  1. Engelse Bartitsu, kodokan judo.
    British bartitsu, kodokan judo.
  2. Je beoefent nog steeds Judo?
    Still practicing Judo?
  3. Dan heb je nog judo.
    There 's the judo.
  4. Ik heb je judo spullen.
    I 've got your judo kit.
  5. En ik moet naar judo.
    And I 've got judo tonight.
  6. Of leer je haar geen judo?
    How is that stupid?
  7. Trouwens, men noemt me ook Judo Kid.
    By the way, I 'm also called the Judo Kid!
  8. Hij zegt dat ik slecht ben in judo.
    He said I 'm bad at judo.
  9. Ik ben een beginner in judo, ben ik... in gevaar?
    I 'm a beginner in judo, am I in any danger?
  10. Hij omarmde het worstelen echt en hij hield van het judo.
    He really embraced wrestling and he really embraced judo.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden