Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: jubileren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gejubileerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik jubileer
jij jubileert
hij jubileert
wij jubileren
jullie jubileren
zij jubileren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gejubileerd
jij hebt gejubileerd
hij heeft gejubileerd
wij hebben gejubileerd
jullie hebben gejubileerd
zij hebben gejubileerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik jubileerde
jij jubileerde
hij jubileerde
wij jubileerden
jullie jubileerden
zij jubileerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gejubileerd
jij had gejubileerd
hij had gejubileerd
wij hadden gejubileerd
jullie hadden gejubileerd
zij hadden gejubileerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal jubileren
jij zult jubileren
hij zal jubileren
wij zullen jubileren
jullie zullen jubileren
zij zullen jubileren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gejubileerd hebben
jij zult gejubileerd hebben
hij zal gejubileerd hebben
wij zullen gejubileerd hebben
jullie zullen gejubileerd hebben
zij zullen gejubileerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou jubileren
jij zou jubileren
hij zou jubileren
wij zouden jubileren
jullie zouden jubileren
zij zouden jubileren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gejubileerd hebben
jij zou gejubileerd hebben
hij zou gejubileerd hebben
wij zouden gejubileerd hebben
jullie zouden gejubileerd hebben
zij zouden gejubileerd hebben

Gebiedende wijs
jubileer

Aanvoegende wijs
jubilere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden